Hoe frustrerend is het als je niet begrepen wordt? Of als je niet begrijpt wat een ander je wil vertellen?

Een kind wil al snel duidelijk aan jou maken wat hij ziet, wat hij denkt en wat hij graag zou willen. Doordat de spraakontwikkeling nog niet (goed) ontwikkeld is, lukt het niet altijd om hem goed te begrijpen. Moeder gebaart naar babyHet gebruiken van baby- en kindergebaren versterkt de onderlinge communicatie. Kinderen kunnen beter vertellen wat ze willen, zien of nodig hebben. Ouders kunnen hun kinderen hierdoor beter begrijpen. Zij krijgen een beter inzicht in de gedachten en gevoelens van hun kind. Dit zorgt voor een sterkere band tussen ouder en kind.

Baby- en kindergebaren zijn bedoeld ter ondersteuning van de gesproken taal.  Je geeft letterlijk een kind een stem in handen.  

Het woordbegrip van een kind is met 6 maanden al ontwikkeld.  Hierdoor begrijpt een kind al meer dan hij kan laten zien. Een kind is, door de motorische ontwikkeling, eerder in staat te gebaren dan te praten.  

Door gebaren te gebruiken kan een kind zich eerder uiten en behoeftes duidelijk maken. Hierdoor ontstaan er minder frustraties. Door gebaren aan woorden te koppelen, gebruikt een kind beide hersenhelften. Dit is ook goed voor de leesontwikkeling later. 
Baby- en kindergebaren gebruiken in het dagelijks leven geeft je inzicht over wat de behoeftes zijn van je kind en door hierop te reageren, krijgt je kind meer zelfvertrouwen en stimuleer je de spraak-taalontwikkeling!

Wat is baby- en kindergebaren?

Baby en kindergebaren zijn gebaren uit de Nederlandse gebarentaal (NGT).  
Je voegt gebaren toe aan de gesproken taal. Het is geen vervanging van de Nederlandse taal. Je blijft praten tegen je kind, maar er komt een gebaar bij.  Het kind leert de gebaren doordat je het voor doet en hij doet het dan na.

Het ontstaan van babygebaren?

Eind jaren ’70 ontdekte de Amerikaanse doventolk Joseph Garcia dat baby’s van dove ouders veel eerder in staat zijn om hun behoeftes en wensen aan hun ouders duidelijk te maken dan baby’s van horende ouders.  
In 1987 heeft hij een onderzoek gedaan aan de Alaska Pacific University. Uit het onderzoek kwam naar voren dat ook baby’s van horende ouders profijt hebben bij gebaren. In Amerika is babygebaren al erg lang bekend.  Babygebaren zijn in 2005 geïntroduceerd in Nederland. Lissa Zeviar is een kind van dove ouders en zij heeft dit concept naar Nederland gebracht.

Onderzoek wijst uit dat een baby al veel meer kan begrijpen dan het kan vertellen. Vanaf zes maanden oud kan een baby al gebaren. Kinderen beginnen vaak tussen de 12 en 18 maanden met spreken. Zou het niet fijn zijn als je al eerder weet wat je kind jou duidelijk wil maken? En je dus eerder kunt communiceren met je kind? 

Wanneer beginnen?

Kinderen beginnen gemiddeld tussen de 12 en 18 maanden met praten. Communiceren kan al veel eerder door het gebruik van gebaren omdat de motoriek van de handen al eerder ontwikkeld is dan de spieren van de mond.  

Tussen 6 en 8 maanden kun je beginnen. Het kind is dan bewust van zijn omgeving en kan zijn aandacht goed sturen. Maar je bent nooit te laat om te beginnen. Een dreumes of een peuter kan ook profijt hebben van baby- en kindergebaren. Zeker wanneer zij zich nog niet altijd goed kunnen uiten. 

Hoe werkt het?

Baby- en kindergebaren zijn gebaren uit de Nederlandse gebarentaal (NGT).  
Je voegt gebaren toe aan de gesproken taal. Het is geen vervanging van de Nederlandse taal. Je blijft praten tegen een kind, maar er komt een gebaar bij.  Het kind leert de gebaren doordat je het voor doet en hij doet het dan na. 

  1. Kijk eerst waar de interesse van je kind ligt en wat kan je zelf gebruiken om iets duidelijk te maken tijdens de dag.  Bijvoorbeeld gebaren die je dagelijks gebruikt zoals ‘drinken’ en een gebaar zoals ‘vogel’ omdat je kindje altijd wijst naar de vogels die hij ziet.  
  2. Zorg ervoor dat je gebaren en woorden tegelijkertijd gebruikt. Zeg het woord hard op als je het gebaar maakt.  
  3. Doe het samen! Help je baby door zijn handjes vast te pakken en samen het gebaar te maken. 
  4. Blijf herhalen. Zodat je kind de verbinding kan maken met het woord en het gebaar. Gebruik het wel IN een situatie.  
  5. Heb geduld. Elk kind is anders en ontwikkelt zich op zijn eigen manier. Ook met gebaren, doet elk kind het op zijn eigen tempo.